Juridisch

Rechtspersoonlijkheid

Wet van 2 augustus 1924
Uitvoeringsbesluiten: KB 12 mei 1925

1. Wet van 2 augustus 1924 houdende toekenning van de rechtspersoonlijkheid aan de Koninklijke Academie der wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, de Koninklijke Vlaamse Academie, de Koninklijke Academie voor Franse Taal en Letterkunde en de Koninklijke Academie van Geneeskunde

ALBERT, Koning der Belgen,

Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, HEIL.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt:

Art. 1. - De Koninklijke Academie der Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten van België, de Koninklijke Vlaamsche Academie, de Koninklijke Academie voor Fransche Taal- en Letterkunde en de Koninklijke Academie van Geneeskunde worden met rechtspersoonlijkheid bekleed.

Art. 2. - Deze genootschappen worden ten overstaan van derden door hun bestuurscommissies vertegenwoordigd. Hun organiek reglement verschijnt in de bijlagen van het Staatsblad. Hetzelfde geldt voor de namen, voornamen, beroep en woonplaats der leden van de Bestuurscommissie. Deze laatste bekendmaking wordt hernieuwd in de eerste helft van de maand januari.

Art. 3. - Bedoelde genootschappen mogen in eigendom, noch anderszins, andere onroerende goederen bezitten dan die noodig tot het volbrengen hunner taak. Te hunnen voordeele gedane giften en legaten kunnen maar worden aanvaard voor zover zij daartoe gemachtigd zijn overeenkomstig artikel 910 van het Burgerlijk Wetboek. Deze machtiging wordt nochtans niet gevergd voor het aanvaarden van louter roerende giften en legaten, waarvan de waarde 5.000 frank niet overtreft, en voor zoover daarbij geen last wordt opgelegd. De machtiging wordt niet verleend wanneer de schenker van de giften en legaten aan deze laatste een bestemming heeft gegeven die het doel niet beoogt waarvoor de begiftigde academie werd ingesteld. Het besluit houdende machtiging tot het aanvaarden van een gift of legaat, waarin een onroerend goed is begrepen, bepaalt desnoods den termijn binnen denwelken dit onroerend goed dient te gelde gemaakt.

Art. 4. - De Bestuurscommissie maakt telken jare de begrooting en de rekeningen op betreffende de eigen bezittingen van de academie en onderwerpt ze aan de goedkeuring van den Koning.

Art. 5. - Alle roerende goederen, welke zij ook zijn, alle waarden die tot hiertoe bestemd werden hetzij voor de diensten der academie, hetzij voor het versieren der lokalen welke zij betrekt, hetzij voor het betalen der stichtingen welke zij beheert zullen van rechtswege haar eigendom worden te rekenen van het in werking treden van de wet.

Art. 6. - Een koninklijk besluit zal de toepassingsmaatregelen van deze wetregelen. Kondigen de tegenwoordige wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel bekleed en door den Moniteur bekend gemaakt worde.

Gegeven te Brussel, den 2en Augustus 1924.
ALBERT.

Van 's Koningswege:
De Minister van Wetenschappen en Kunsten.
P. NOLF.

Inhoud

2. Koninklijk besluit van 12 mei 1925 - Koninklijke Academie der wetenschappen, letteren en schone kunsten van België, Koninklijke Vlaamse Academie, Koninklijke Academie voor Franse taal en letterkunde en Koninklijke Academie van geneeskunde – Rechtspersoonlijkheid

ALBERT, Koning der Belgen,

Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, HEIL.

Gelet op artikel 6 der wet van 2 Augustus 1924, houdende toekenning van rechtspersoonlijkheid aan de Koninklijke Academie der Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten van België, aan de Koninklijke Vlaamsche Academie, aan de Koninklijke Academie voor Fransche Taal- en Letterkunde en aan de Koninklijke Academie van Geneeskunde;

Op de voordracht van Onzen Minister van Wetenschappen en Kunsten en van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken en Volksgezondheid;

WIJ HEBBEN BESLOTEN EN WIJ BESLUITEN:

Art. 1. - De eigen bezittingen van de voormelde Academiën worden door haar respectieve Bestuurscommissies beheerd.

Art. 2. - De Bestuurscommissie verricht al de beheers? en beschikkingshandelingen welke voormelde bezittingen aanbelangen en zorgt voor het naleven der voorwaarden opgelegd door de schenkers en effiaters voor de aan de Academie gedane giften en legaten.
Elke aankoop van een onroerend goed ten bezwarenden titel en elke vervreemding van een onroerend goed dient vooraf toegelaten bij koninklijk besluit.

Art. 3. - De Bestuurscommissie benoemt zoo nodig het vereischte personeel voor het beheer of voor het bewaken van sommige deelen van de eigen bezittingen, bepaalt de voorwaarden van de betrekking, en stelt de bezoldiging ten laste van de eigen bezittingen vast.

Art. 4. - Het reglement van iedere Bestuurscommissie moet aangevuld worden, inzonderheid wat betreft de te nemen maatregelen voor het beheeren van de eigen bezittingen der betrokken Academie en voor het beheeren van het geld.

Art. 5. - Een staat van de onroerende goederen en een inventaris van de roerende goederen en waarden waarvan de eigendom aan voormelde academiën bij de wet van 2 Augustus 1924 werd toegekend, zullen tegensprekelijk worden opgemaakt door de Bestuurscommissie en een afgevaardigde van Onzen Minister van Wetenschappen en Kunsten of van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken en Volksgezondheid.

Art. 6. - Onze Minister van Wetenschappen en Kunsten en Onze Minister van Binnenlandsche Zaken en Volksgezondheid zijn, ieder voor wat hem aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, den 12en Mei 1925.

ALBERT.

Van 's Koningswege: De Minister van Wetenschappen en Kunsten, P. NOLF.
De Minister van Binnenlandsche Zaken en Volksgezondheid,
POULLET.